Wilde dieren op TV en in de Bioscoop

Naar aanleiding van de première van de film ‘Het Hut Syndicaat (of: de mogelijkheid van een ander leven’, had ik een tv-interview met EenVandaag en mocht ik bijdrage aan een paneldiscussie na afloop van de première van deze film in De Balie in Amsterdam.

 

Is jacht per definitie slecht?

Dat is nou juist de vraag. Het hangt ervan af waar je ‘de jacht’ en ‘de jager’ tegen af zet. Is dat een kwestie van goed (niet jagen) versus slecht (wel jagen), omdat er dieren dood gemaakt worden, of scherper gezegd vermoord worden? Of zet je de jacht af tegen een industriële tak, zoals de bio-industrie? In het eerste geval zal jacht altijd afgekeurd worden door dieren minnende mensen. Ethische vragen rondom leven en dood van mens en dier komen dan centraal te staan. In het tweede geval komen die vragen ook aan bod, maar staan niet centraal. Het gaat dan meer op de manier waarop dieren leven en vervolgens gedood worden voor consumptie. Deze vergelijking zet je aan het denken (met name de vleeseters onder ons), en dat is wat ik met name haal uit de film ‘Het Hut Syndicaat’, die donderdag 25 oktober 2018 in première gegaan is.

In de film laat Gouden Kalf winnaar Diego Gutiérrez het reilen en zeilen zien van een groep jagers die zich ‘Het Hut Syndicaat’ noemen, naar de hut waarin zij bivakkeren. Ze jagen op klein wild in de Wieringermeerpolder.

 

Jacht als taboe en kennisbank

Uiteraard, er is een hoop te zeggen over het issue wel/niet jagen. Het is geen eenvoudige discussie, met diverse visies, diverse belangen, diverse regelgevingen etc. Mijn insteek is dat jacht niet de eerste insteek moet zijn in het beheer van dieren. De eerste insteek zou moeten zijn: ‘hoe kunnen mens en dier hier – leren – samenleven?’. Jacht is alleen de meest bekende en toegepaste methode om de controle te houden over wildpopulaties.
Daarnaast, de ene jager is de andere niet. Binnen de jagerswereld zijn er ook zeker diverse inzichten wat ‘de beste manier’ van jagen is. Ondanks dat deze jagerswereld een heel eigen wereld is en soms scherp afgezet wordt in een taboe-hoek, denk ik dat er wel degelijk ook wat te halen valt uit de wereld van deze jagers. Dan kijk ik verder dan naar dat ene beslissende schot. Dan kijk ik juist naar de kennis die deze mensen die uren en uren in het veld zitten bij zich dragen om op een of andere wijze zich te verbinden met de omgeving en te verbinden met de dieren waarop ze jagen. Ze moeten ze immers eerst zien of ontdekken, alvorens ze geschoten kunnen worden. Dit noemt Ronald Timmermans in de film ‘aanspreken’ van de dieren. Deze kennis, hoe je dan deze dieren aanspreekt, hoe je nabij deze dieren komt, dan wel juist afschrikt zou juist op een andere creatieve manier ingezet kunnen worden in het verder nadenken over niet-dodelijke alternatieven voor het vinden van een samenlevingsvorm met de betreffende dieren. Vanuit mijn ervaring in andere wildpraktijken, is het ‘aanspreken’ van dieren niet alleen soort-specifiek, maar dat er zelfs onderscheid gemaakt kan worden tussen individuen en zelfs groepen van dieren.

 

Geen nummertjes

De film laat ook zien dat dieren geen nummertjes zijn, geen dingen. De hoofdrolspeler gaf later ook aan dat voor hem het geschoten dier niet zomaar een dier is. Hij behandeld het dier met respect, hij denkt nog vaak terug aan de jacht, toen hij in het veld was, maar ook naar andere jachtervaringen. Dat is totaal anders dan wanneer je denkt aan de grote massale slachtpartijen in slachthuizen. Mijn woordkeuze zegt al genoeg.

Plezier in wat?

Daarnaast zijn er diverse opvattingen over wat ‘plezier’ jacht is. Gaat het alleen om het plezier van het schot en het doden van een dier? Ik denk het niet. Dat zal vast meespelen, maar ik heb ook gemerkt tijdens mijn eigen veldwerk en wat ik terug zie in de film, dat deze mensen juist plezier hebben in het uren en uren in het veld, in de natuur aanwezig te zijn. Ook al wordt er geen schot gelost, en is men uren buiten, dan is de dag niet bedorven. Het plezier zit hem juist ook in het daar zijn, één voelen met de natuur, het zoeken en de spanning van het opsporen van dieren. Ook al hebben jagers soms dag na dag geen geschoten dier. Bij het wilde zwijnenbeheer, kost het bijvoorbeeld regelmatig 40 uur (vrije tijd) om 1 zwijn te schieten. Maar zoals gezegd, er zullen wel degelijk jagers zijn die de kick slechts halen uit het neerschieten van dieren. Daar heb ik het hier dus niet over, en dat is ook niet wat deze film beoogd te tonen.

 

De mogelijkheid van een ander leven

De subtitel van de film ‘de mogelijkheid van een ander leven’, vind ik een interessante keuze. De nadruk in de film ligt met name op de menselijke kant van een ander leven, dat wil zeggen om te jagen naast bv advocaat of buschauffeur te zijn. Maar wat ik haal uit de film en wat ik ook ter sprake bracht tijdens de nabespreking van de film op donderdag 25 oktober in de Balie, Amsterdam (met moderator Harpo ‘t Hart en mede-panellid Maarten Doorman), is dat in de film ook geschetst wordt dat dieren een mogelijkheid voor een ander leven hebben in vergelijking met de dieren in de bio-industrie. Oftewel, kies je voor scharrelvlees (verkregen uit de jacht) of voor vlees uit de bio-industrie?

 

Triviale discussie

Kortom, de jacht blijft een triviaal onderwerp in Nederland. Goed dat de discussie gevoerd wordt. Ook binnen de jagerswereld is een ethische discussie wat een ‘goede’ en ‘slechte’ manier van jagen is niet verkeerd. Ook dat wordt met deze film getriggerd. In welk seizoen jaag je, welke individuen ga je niet schieten, welke wel? En daarnaast is ook de vraag ‘wie ben ik om een dier te doden’ binnen de jagers dan wel beheerderswereld een terechte vraag. Deze vraag wordt wel degelijk gesteld, maar niet verder bediscussieerd. Zo’n discussie raakt aan een veel bredere discussie over hoe we in Nederland (willen) omgaan met wilde dieren. Ik zou deze bredere discussie willen omdraaien: wat gebeurd er wanneer we niet meer gaan jagen in Nederland? Zou je accepteren dat zwijnen je tuin omwoelen, of dat je op bepaalde wegen ’s avonds echt flink in snelheid terug moet gaan? En, indien we niet meer jagen, hoe gaan we om met al die hekken her en der, en als er niet voldoende eten is voor de dieren, wat doen we dan?

Geen gemakkelijke discussies en er is niet één pasklaar antwoord voorhanden. Laten we als uitgangspunt kiezen ‘zoeken naar oplossingen voor samenleven in plaats van dat mensen alles onder controle houden’. En wie weet, mocht er in bepaalde gebieden toch als suggestie komen om dieren te bejagen, om wat voor reden dan ook, dan is de gedachtegang achter deze film zeker de moeite waard: Indien we dieren moedwillig doden, hoe gaan we met deze dieren om?

Hier zie je de reportage van EenVandaag van woensdag 24 oktober.