Hoe krijgen we een Groene – Biodiverse – Stad?
Wat is dat – een ‘hackathon’? Dat is de eerste vraag die ik mezelf stelde en – gelukkig – ook vaak als reactie van anderen kreeg wanneer ik vertelde dat ik daaraan mee ging doen. Dus laten we bij het begin beginnen:
Wat is een Hackathon?
Niet iets waar je groente in fijn kunt hakken of zo. Wikipedia omschrijft het kort en krachtig: “Een hackathon is een evenement waarin teams van deelnemers non-stop bezig gaan om binnen een korte tijd oplossingen voor aangereikte casussen te bedenken.” Daar deed is dus aan mee met een vijfkoppig team. In een hackathon genaamd ‘De Groene Stad’. En met mij nog zeker 170 mensen die deelnamen. Ons korte tijdsbestek was 12 uur. En het team met het winnende idee kreeg een bedrag van 20.000 euro om dat nader uit te werken.
Net 2 dagen voor de hackathon werd duidelijk dat bijna alles online moest plaatsvinden. Hulde aan de organisatie die alles te regelen! Inhoudelijk was het zeker een boeiende dag. We begonnen met verschillende openingsspeeches om ons brein in standje start en creativiteit te zetten.
Aanpassen aan onze planeet
Zo omschreef Louise Vet (Emeritus hoogleraar Evolutionaire Ecologie aan Wageningen University & Research) dat we onze economie moeten aanpassen aan de planeet waar we leven. En ze stuurde vooral aan op integrale benaderingen bij het aangaan van de diverse uitdagingen waar ‘de groene stad’ in de toekomst mee te maken heeft en hoe wij daar als mensen op in kunnen springen.
Over ziektes gesproken
Ook Harry Boeschoten (programmadirecteur Groene Metropool bij Staatsbosbeheer) gaf een openingsspeech met zijn missie dat alles verbonden moet zijn. Dat we een groen netwerk voor mens èn dier moeten zien te creëren. Hij vertelde over de ‘topografische ziekte’ waar wij Nederlanders nogal eens aan lijden: “Deze ziekte uit zich erin dat je de neiging hebt niet verder te denken dan het domein waar je voor werkt”. Maar ja, dieren houden zich niet aan die grenzen. Die zien gewoon één geheel. Ik kan het daarmee alleen maar heel erg eens zijn. Gelukkig is er een remedie voor deze ziekte, namelijk ‘dansen’: ‘dansen door de schalen’, zoals hij het verwoordde. Dat wil zeggen dat biodiversiteit zowel op streek, stad als straat niveau bekeken moet worden. De ‘waarheid’ zit namelijk op verschillende niveaus. Kortom, hij stimuleerde ons vooral in en uit te zoomen. Topografisch dan, niet het beeldbellen met je teamgenoten in en uit te schakelen.
Dit idee van ‘dansen door de schalen’ kan ik ook verplaatsen naar conflicten tussen mensen en wilde dieren en mogelijkheden om te leren samenleven: zoom in en zoom uit. Kijk en luister op grote schaal, en kijk en luister op kleine schaal in diverse delen van het land, diverse streken en verschillende straten. Luister naar boer A en boer B, buuf C en buuf D, stadsbewoner E en dorpsbewoner F, dier X en dier Y. Zij hebben allemaal andere ideeën/ervaringen/verhalen te vertellen over hun conflicten dan wel bijzondere momenten. Die samenbrengen, die integreren, die naar elkaar laten luisteren en ook uitdagen om (letterlijk) in het ‘gebied’ dan wel schoenen van de ander te gaan staan en dan te reflecteren op hun eigen standpunten. Dat is een enorme uitdaging en tegelijkertijd kan dat tot begrip leiden en tot het samen werken aan oplossingen voor de lopende conflicten. Oplossingen die je vanuit de tegenstelling niet zult vinden. Kernbegrip: ‘in gesprek gaan’.
Terug naar de biodiversiteit, waar wij mensen dus net zo’n – groot – onderdeel van zijn. Vooral invloed op hebben zou ik zeggen.
Verbinden
Dat woord kwam heel vaak terug.
Joop Spijker (senior onderzoeker beheer bos, natuur en stedelijk groen & onderzoekscoördinator groen en gezondheid WUR) pleitte nog voor een ander soort verbinden als tip voor de teams, namelijk dat een goed project van visie tot en met de beheerfase goed met elkaar verbonden is. Dat wil zeggen dat het een mooi project aan de buitenkant kan zijn, maar dat het dan bijvoorbeeld in de uitbesteding via onduidelijke bestekken totaal de mist in kan gaan. Het vertalen van de taal van de beleidsmakers naar de taal van de aannemers/uitvoerders is essentieel.
Uit eigen ervaring kijk ik nog met veel plezier terug naar mijn tijd bij gemeente Amsterdam waar ik mooie gesprekken had (en mee geweest ben) met de mannen die het vuil moesten ophalen. Dat deed ik, omdat ik beleid moest schrijven rondom het afvalbeleid aldaar en waarbij de locaties/het legen/de routes/de vormgeving van de afvalbakken een belangrijk onderdeel zijn. Voor mij waren dat de meest waardevolle gesprekken. Woorden kregen meer betekenis, beeld en een ervaring erbij. Dat was ook waar Joop op aanstuurde, leer de taal van elkaar te spreken en te begrijpen; van beleidsmaker tot uitvoerder.
Tik-Tak
Na alle speeches: We moesten aan de slag! Met 28 teams in groepen van ca 4-8 personen waren we verdeeld over vier uitdagingen:
De vier uitdagingen waar de teams van deze dag in groepen van ca 4-8 personen aan konden werken waren:
- Bovengronds vergroenen met ondergronds ruimtegebrek
- Met participatie meer biodiversiteit in de stad
- De waarde van groen in stedelijke planning
- Met groen weerbaarder tegen de klimaatcrisis
En de tijd ging snel! Zelf boog ik met 4 andere teamgenoten over het thema ‘Met participatie meer biodiversiteit in de stad’. En wat was het een uitdaging! We kenden elkaar nog niet, dus we waren eerst bezig met een kennismaking en doordat iedereen gezellig met zijn/haar kop koffie/thee/versnaperingen achter zijn/haar eigen computerscherm(en) zat ging dat niet altijd even vlekkeloos. Tevens het invullen van de online memo-borden ging niet zonder slag of stoot. Maar dat mocht de pret niet drukken. We hebben ons best gedaan en de discussies waren alleen al erg de moeite waard. Zo kwam er van alles langs, van maaibeheer, tot picknickplekken met eigen eetbare kruiden rondom woningen van woningcoorporaties tot inzet van technologie, zoals apps, competities en wedstrijdelementen toevoegen en ‘eten’ als verbindende factor om participatie te vergroten. Het is onmogelijk om zoveel uren van discussies samen te vatten. Ons idee heette uiteindelijk ‘Aan de slag met onze eigen Groene Parelketting’. Het achterliggende idee was de bruikbaarheid en beleving van natuur in de stad in te zetten als brug naar biodiversiteit. We misten nog tijd om meer detail aan te brengen in ons idee, maar soms is het wat het is in de uren (en techniek 😉 ) die je gegeven zijn. Het was zeer leerzaam en we hadden echt een team die elkaar kon aanvullen en kritisch houden.
En de winnaar is…
Het proces was mooi om mee te maken en de verschillende pitches waren ontzettend inspirerend om te zien! Het winnende idee was ‘De – mobiele – Groene Stoel’; een stoel die de waarde van groen in stedelijke planning in alle fasen van een planproces in kaart kan brengen door niet alleen informatie geven, maar ook dat mensen er op plaats kunnen nemen en hun verhaal doen i.p.v. dat dit alleen kan op bepaalde informatieavonden. Dat idee gaat nader uitgewerkt worden. Ik ben erg benieuwd!
Al met al een lange, inspirerende en toch best vermoeiende dag …..12 uur achter de laptop is toch niet helemaal mijn ideaal….Dat ontspannen groen had ik hard nodig in de dagen erna! Wie weet …. Krijgen we de kans alsnog om een onderdeel nader uit te werken, zoals ‘maak je eigen oase’. Wie weet…