“Geen tijd! Val me niet lastig!”
Dat waren woorden van Prinses Irene tijdens de Victor Westhoff lezing afgelopen 29 mei.
Ze vertelde dit in het kader van haar lezing hoe we het Antropoceen kunnen keren. In ieder geval niet door de natuur de rug toe te keren, maar ons ermee te verbinden.
Toverwoord
Voor haar was ‘verbinding’ dan ook het toverwoord: verbinden met elkaar, verbinden met de natuur, en elkaar respectvol benaderen en eveneens zo te handelen. Het klinkt zo logisch. Waarom lukt het dan alsmaar niet? Nu ja, één van de quotes staat hierboven: geen tijd, en het gevoel lastig gevallen te worden. Zo simpel is het natuurlijk niet. Toch zit er een kern van waarheid in.
Neem conflicten tussen mensen en wilde dieren. Familie zwijn woelt je mooi aangelegde tuin om, meneer hert steekt zonder aankondiging zomaar de weg over en je auto is totalloss (en jij komt met de schrik vrij), of een steenmarter heeft de kabels van je auto doorgeknaagd. Een eerste reactie zal zijn: rotbeest, weg ermee. Want, weet je wel hoeveel geld en tijd en energie je in het ontwerp van die tuin hebt gestoken? En weet je wel hoe prijzig nieuwe auto’s, of reparaties aan auto’s zijn? Het is allemaal lastig en het kost allemaal tijd, die je niet hebt. Lastig is het zeker. Daar ben ik het helemaal mee eens. En toch, moeten we dan de schuld alleen bij de dieren neerleggen en hen met de dood bedreigen? Prinses Irene geeft ook een alternatief aan. Namelijk wanneer we ons opstellen als partner van de natuur en echt leren luisteren naar de wilde dieren om ons heen, ons voor hen openstellen en hen méér dan alleen maar ‘observeren’, dan kunnen we misschien zien/horen/ervaren dat de dieren ons ook wat te vertellen hebben. En dat is ook wat ikzelf ondersteun. Bijvoorbeeld: wanneer jij helder weet aan te geven dat jouw tuin jouw territorium is, dat kan bijvoorbeeld met een mooi hek, dan zullen wij – familie zwijn – dat links laten liggen. Of, wanneer jij nu minder hard rijdt op deze weg, dan kunnen we – herten – op tijd voor elkaar stoppen. Of, geef maar aan waar ik – steenmarter – wel en niet mag zijn en doen, ik vond die motorkap wel een uitdagende plek. Uiteraard kunnen we niet letterlijk in de hoofden en breinen van dieren kruipen, maar we kunnen wel openstaan voor andere oplossingen. En dat is ook waar prinses Irene heen wilde met haar lezing.
Wederzijdsheid
Nog zo’n woord wat prinses Irene noemde en ik ook in mijn onderzoek naar mens-dier conflicten veelvuldig gebruik. Wanneer we nadenken over een toekomst waarin we kunnen samenleven met wilde dieren en, om in het thema van de Victor Westhoff lezing te blijven, het Antropoceen te keren, dan is het ook noodzakelijk om op een andere manier met de natuur te leren omgaan: één van respectvol samenwerken. Samen, met de diverse mensen die wellicht met elkaar in de clinch liggen over wat bepaalde dieren doen, maar ook met de dieren zelf en de omgeving waarin ze leven. Door met elkaar in gesprek te gaan, komen wellicht andere manieren van samenleven tot leven dan wanneer je die alleen bedenkt en door vast te blijven houden aan wat ‘men altijd gedaan heeft’. Vooral dat laatste is in het huidige tijdperk niet meer houdbaar.
Van een fictieve wandeling bracht ze ons weer naar de werkelijkheid en ook nog op een trip naar Zuid Afrika en weer terug naar het Nijmeegse naar haar co-referent: Prof. dr. Noelle Aarts.
Welke software?
Beide sprekers waren het roerend met elkaar eens dat technocratische oplossingen niet DE oplossingen zijn om het Antropoceen te keren. Dit soort technologische ingrepen in de natuur benoemde Noelle Aarts als ‘hardware’. Naast dit soort hardware heb je ook zogenaamde ‘orgware’. Dit zijn – kort gezegd – de organisatorische ingrepen om de hardware mogelijk te maken. En daarnaast heb je nog de ‘software’, dit gaat over de verscheidenheid aan meningen visies, opvattingen, politieke standpunten etc die diverse belanghebbenden hebben wanneer we het over natuur in brede zin hebben. Deze drie dingen ‘hardware’, ‘orgware’ en ‘software’, ofwel deze drie afhankelijkheden, zeggen allemaal iets over onze relatie met de natuur, onze relatie met elkaar en over onze relatie met onszelf. En daar komt meteen weer dat toverwoord van prinses Irene om de hoek kijken. Want wanneer we het hebben over relaties, hebben we het over verbindingen. Relaties zorgen namelijk voor verbinding, zoals samenwerking en zorgen voor een ander.
“Minder ik, meer wij”
Dit was dan weer een duidelijke quote van Noelle Aarts. Dit volgt mooi op de begin quote. En behalve meer wij, is het ook belangrijk dat we beter op ons taalgebruik letten. Zoals bijvoorbeeld journalisten de neiging hebben om vaak gewelddadige woorden te gebruiken. In het kader van mens-dier conflicten is dat erg herkenbaar in de alom bekende ‘gewelddadige woorden’ als ‘probleemdier’, ‘lastpak’, ‘conflictbeest’, ‘criminele beer’ (uit mijn onderzoek in de VS), etc etc. Ik kan me dan ook helemaal vinden in wat Noelle Aarts verder vertelde dat we anders moeten gaan denken. En spreken. Namelijk in ‘dialoog’. En dialoog is de kunst van het samen nadenken. Met nadruk op “samen”. Dat wil dus zeggen dat er in een dialoog alleen mede-standers zijn, geen tegenstanders. Dat iedere visie er mag zijn. Het gaat niet om te winnen. Laten we beginnen elkaar eerst te begrijpen. Dus iedereen te horen. Dat iedereen er mag zijn. En zoals ik al aangaf, in het kader van mens-dier conflicten, en vooral samenleven met wilde dieren (ja, het woord ‘samen’ staat hier niet voor niets!), betekent dit dat ook – op wat voor manier dan ook – de dieren zelf ook gehoord en gezien moeten worden. En daarover is natuurlijk veel discussie. We kunnen het tot op heden doen met de kennis die we nu voorhanden hebben. En die kennis van dieren gaat verder dan populatiemodellen. Juist ook individuele gedragingen, het leren van dieren zijn belangrijke observaties die meegenomen moeten worden in het zoeken naar oplossingen en het keren van het antropoceen.
Een brief aan….mezelf
Een standaard programma onderdeel is de uitreiking van de ‘Zilveren Parnassia’. Deze werd dit jaar gewonnen door de jonge onderzoekster Sina Bohm. Wat had ze een mooi verhaal te vertellen. En ze sloot af met een schitterende actie. Een actie die ze zelf jaren geleden zelf heeft mogen ervaren. Ze vertelde over haar bijzondere ervaring ten tijde van een WWF-weekend voor jongeren in Duitsland. Daar mocht ze een brief aan zichzelf schrijven, geïnspireerd door hetgeen ze tot dan toe gehoord en ervaren had. Die ervaring zette ze om in een brief aan zichzelf, zodat ze daar een jaar later weer aan herinnert zou worden. Die brief kreeg ze namelijk een jaar later in haar brievenbus. En het herinnerde haar eraan wat ze zichzelf – geïnspireerd door dat weekend – beloofd had. Vervolgens nodigde ze ook ons, de 200 aanwezigen, uit datzelfde te doen. We mochten een brief ophalen, en die opsturen naar haar. Over een jaar zorg Sina ervoor dat we een brief in de bus krijgen, van onszelf. Die brief ligt hier nu naast mij om gepost te worden. Wat een mooi actie van Sina. En deze actie sluit heel mooi aan op de lezingen van beide sprekers, namelijk dat we meer moeten gaan nadenken ‘van binnenuit’. Over een jaar worden de toehoorders van de Victor Westhoff lezing daar in ieder geval weer aan herinnert!