Dierendialoog

Op 29 november organiseerde het CenSAS (Centre for Sustainable Animal Stewardship) zijn eerste ‘dierendialoog’ in de bush van Burgers’ Zoo te Arnhem. Het zou een dialoog worden over hoe je kunt samenleven met dieren (van boerderijdieren, huisdieren tot wilde dieren) met zowel professionals en niet professionals.

Filosofische educatie

We begonnen met twee inleidingen door respectievelijk Bernice Bovenkerk (filosofe, Wageningen Universiteit) en Constanze Mager (hoofd educatie Burgers’ Zoo). Bernice nam ons mee op reis door het tijdperk ‘mens’. Met name hoe we uiteindelijk in het Anthropoceen (tijdperk van de mens) terecht zijn gekomen en wat dit tijdperk eigenlijk betekent voor onze relatie met dieren. Zo verwees ze bijvoorbeeld naar een tendens dat sommige dieren vanuit de omringende landschappen juist de stad op zoeken, omdat door het gebruik van bijvoorbeeld landbouwgif er geen insecten meer zijn voor kleinere dieren om te kunnen eten. En vervolgens kunnen ook de grotere dieren geen eten vinden, omdat de kleinere dieren zijn verdwenen. Dat leidt vervolgens tot nieuwe confrontaties tussen mens en dier. Zelf kan ik inderdaad de nodige confrontaties opnoemen.

Ook verwees ze naar het bekende symbool van klimaatsverandering: de ijsbeer. De ijsbeer heeft standaard last van parasieten. Wat niet erg is, dat hoort immers bij een ijsbeer. Echter, door klimaatsveranderingen vriest het niet meer hard genoeg, waardoor de parasieten niet doodgaan en in leven blijven en daardoor worden ijsberen ziek. Vervolgens kunnen we ons afvragen: Wat te doen met deze zieke dieren? Moeten we ze assisteren (‘assisted migration’) naar gebieden waar ze wel kunnen overleven? Maar zorgen ze daar dan niet voor problemen? En, gaan we ze dan zeehonden als voedsel geven? Tja, kunnen we ons dat wel moreel rechtvaardigen ten opzichte van de zeehonden? En zo noemde ze nog een aantal denkwaardige onderwerpen met betrekking tot dieren. Maar, zoals ze ook eindigde, we moeten niet alleen investeren in discussies over  dieren, maar juist ook met dieren! Daar kan ik alleen maar 1.000% achterstaan.

Het verhaal van Constanze ging ook terug in de tijd, maar dan over het ontstaan van dierentuinen. Al tijdens de industrialisatie zijn er dierentuinen ontstaan. Lang lag de nadruk op het tentoonstellen van het individuele dier. Maar tijden veranderen, en, zo vertelde ze, als dierentuin moet je daarin meebewegen. Zo is de Bush een typisch voorbeeld van het laten zien van ‘leefgebieden’, ook wel “eco-display” genoemd. Zo laat je aan bezoekers zien hoe ecosystemen in bepaalde gebieden op de aarde met bepaalde (bedreigde) soorten in elkaar steken. En je laat zien hoe deze systemen zich – tot op zekere hoogte – zichzelf reguleren. Daarbij is voorlichting door vrijwilligers essentieel. Vrijwilligers kunnen bezoekers daardoor net dat extra stuk informatie meegeven dan dat ze alleen zitten te zoeken naar individuele dieren die verstopt zitten in de bushbush. Ze lichte ook de taken en doelstellingen van dierentuinen toe: Natuurbehoud & fokken; Educatie; Onderzoek; Recreatie. Ze stelde terecht de vraag of educatie wel werkt. Ze gaf aan dat het vooral belangrijk is verbazing te wekken over en met dieren. En dat het belangrijk is de juiste informatie te geven. Zoals, dat koraal geen plant is maar een dier. En, zo vertelde ze, ook educatie verandert met de tijd mee. Zo was het vroeger heel interessant te weten dat giraffes 7 nekwervels heeft. Maar tegenwoordig is dat niet voldoende. Educatie is verschoven naar vragen als ‘Wat is de rol van de giraffe in het ecosysteem?’. Aansluitend wordt vervolgens de volgende vraag gesteld ‘wat kun jij  doen om de giraffe te helpen?

 

Slang

Bij binnenkomst werd ik als slang bestempeld…Er stond een slang op mijn badge. Later bleek dat ik op die manier in een groep met mede-slanggenoten was ingedeeld. Wij mochten in een eerste ronde gaan ‘dromen’ over een bepaald onderwerp. En in ronde 2 en 3, respectievelijk realistisch en kritisch kijken en reageren op de droom van een andere groep. Ondertussen liepen er mensen rond die ter plekke cartoons maakten van hetgeen besproken werd. Na afloop zagen we enkele van deze cartoons op een groot scherm, wat erg mooi was. Helaas konden ze nog niet gedeeld worden. Anders zat er nu een cartoon bij dit artikel!.

Een rattenstad

Een rattenstad, dat was één van de dromen van onze groep. Ons voorgelegde dilemma was namelijk hoe om te gaan met de huidige problemen met ratten in diverse steden, met name het doden ervan. Ze doden vonden de meesten maar niks, maar hoe dan wel? Ze lokken naar buiten de stad en daar een rattenstad inrichten dat leek ons wel een aardige droom. Of het opvoeden van katten dat ze ratten vangen. Daarbij hadden sommigen wel de vraag of dat wel een rattenwaardige dood zou zijn. In ieder geval waren we het erover eens dat educatie een rol moest krijgen, zoals educatie van mensen om geen brood aan eendjes te geven, want dat eten ze niet allemaal op, de ratten echter wel. En zo waren er nog meer ideeën die heel snel over en weer schoten (om maar even in het thema ‘doden’ te blijven). Het was een levendige discussie met eigenlijk allemaal specialisten, ofwel mensen die op de één of andere manier professioneel of via studie met dieren bezig waren.

 

Koeien zonder hoorns

Het onthoornen van koeien in de veeteelt was ons onderwerp in de tweede en derde ronde. Niet een onderwerp waar ik het meeste van weet, maar inmiddels wel veel van geleerd heb. Eén van de dingen die langskwamen was dat veel mensen helemaal niet weten dat koeien hoorns hebben, dan denken ze al gauw ‘ah dat is een stier/waarom hebben jullie allemaal stieren in de wei?’. Dus iets als koeien met hoorns op melkpakken leek ons wel een educatief leuk idee. Het onthoornen wordt gedaan om te voorkomen dat koeien elkaar verwonden, juist in de intensieve veehouderij. Om het onthoornen te voorkomen zouden koeien meer ruimte nodig hebben, zal de overheid, politiek, harder in moeten grijpen en zal de marktwerking zodanig moeten veranderen dat het voor boeren lonend is minder koeien te houden en wel ‘gewoon’ kunnen leven. Geen maatregelen die ‘eventjes’ geregeld kunnen worden. Daarnaast werd ook het verder ontwikkelen en promoten van kweekvlees genoemd. Maar bij alles stond de koe centraal; denken vanuit de koe. Verre van een eenvoudige taak!

Andere onderwerpen die her en der besproken waren, gingen bijvoorbeeld over het doorfokken van (ras)honden of katten, zodat we precies een type hond of kat hebben die we graag willen hebben als huisdier.

Teveel kennis

Wat ik opmerkte in de discussies, waar ik aan deelnam, was dat er vooral professionals aanwezig waren met veel inhoudelijke kennis. Dat werd ook beaamd door enkele niet-professionals na afloop van de dialoog. Er waren relatief heel weinig niet-professionals aanwezig. Zo gaf een van deze niet-professionals terecht aan dat de professionals in de zaal goed moeten beseffen hoeveel kennis zij in huis hebben. Kennis, welke voor veel van ons – leken – helemaal niet duidelijk en vanzelfsprekend is. En deze niet-professional had een goed punt. Precies daar zie ik ook mijn missie om lezingen te geven voor een breed publiek. Lezingen over samenleven met wilde dieren en de rol van wederkerigheid hierin. Dat wil zeggen, samenleven met wilde dieren betekent dat je ook de dieren zelf serieus moet nemen (en nee, dat is verre van zweverig, maar heel erg down-to-earth).